De laatste dag is zo’n beetje een ‘verloren’ dag. Net zoals de eerste dag, toen we gelukkig al bij aankomst in onze kamer konden.
Laat vertrek en vroege aankomst in Moraïtika, dat weinig meer te bieden heeft dan zon, zee en zwembad. Dus blijven we tot 12 uur op onze kamer met een boek in de comfortabele koelte van de airco.
De voorbije week hadden we al geprospecteerd voor een restaurantje dat ons kon aanspreken.
Jimmy’s van dag 1 was afgevoerd. De salade met tonijn was eetbaar en het circus errond werkte op onze lachspieren. (Nog snel het hulpje om een fles rosé sturen naar de supermarkt, op onze vraag zowat een emmer ijsblokjes serveren om de wijn toch min of meer koel te krijgen, kleingeld in alle formaten bij mekaar puzzelen om voldoende wisselgeld te kunnen weergeven).
We kozen voor Barba Yannis, waar ze verwonderd waren op de middag eters te mogen verwelkomen.
Linda ging voor het vergelijkend warenonderzoek en bestelde ook hier een salade met tonijn. Ik voelde mij meer aangetrokken door de rubriek specialiteiten van Corfu.
Volgens de vertaling koos ik voor een stoofpotje (stew) van witte vis. Op mijn bord : een centimeterdikke moot witte vis met stevig visvlees en 1 centrale graat. De vismoot was groter dan mijn hele hand. Erbij : gekookte aardappelen en een zachte citroensaus met olijfolie, look en peterselie. Mmmmmmm, heerlijk. De gastvrouw zette extra peper en zout op tafel en wist te vertellen dat ze medium gekruid had, omdat ze de ervaring had dat toeristen het gerecht liefst iets minder gekruid aten dan gebruikelijk is.
De gerecht was voor mij perfect gekruid.
We probeerden te achterhalen welke vis er op het bord lag. Galeos. (We vroegen de gastvrouw het op te schrijven en zij probeerde ons de juiste Griekse uitspraak te ontlokken). Google bracht ons bij hondshaai. Het moet dan wel een bijzondere variant zijn, want zo’n schijven vis kan je van de hondshaai die wij kennen niet oogsten. Onze gastvrouw had het ook over ‘like shark’.
En toen begon het lange wachten. In de lobby van het hotel en op het overdekte terras tot de taxi ons kwam ophalen om nadien verder te wachten in de koele hal van de luchthaven.
Zoals gezegd, in Moraïtika is niet echt veel te beleven en de luchthaven ligt dan weer te ver van het centrum om als toerist met bagage iets praktisch georganiseerd te krijgen.
De vlucht naar huis verliep vlot en de landing was zacht. De gezagvoerder had het over regen en bliksem in Brussel gehad, maar die hebben we niet gezien. De tarmac lag nat, maar dat was het.
Mijn koffer liet een eeuwigheid op zich wachten.
Een blik op de klok was het signaal voor een sprintje naar het treinstation, waar bleek dat Linda en moderne technologie niet direct een succesvolle match zijn.
We konden de automaten toch nog op tijd een treinkaartje ontlokken en spoorden met de boemeltrein naar Wetteren, waar Clouseau zijn laatste concertnoten zong die tot in het centrum weergalmden.
Een glaasje prik met een hapje, een dansmarathon met Last tango in Halifax en een weldoende slaap, sloten de vakantieperiode af.